Update
In deze nieuwsbrief: De Rechtbank Limburg verlengt de ondertoezichtstelling van een minderjarige, die al ruim twaalf jaar duurt, met een half jaar en bepaalt dat de Gecertificeerde Instelling binnen die termijn de benodigde hulp voor de minderjarige in moet schakelen en voortvarend moet onderzoeken of een verderstrekkende maatregel noodzakelijk is. In een andere zaak wijst de Rechtbank Limburg het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om zes kinderen uit een Somalisch gezin onder toezicht te stellen toe, omdat het gezin in twee cultureel zeer verschillende werelden leeft en sprake is van een verwaarlozende opvoedsituatie. De Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een machtiging gesloten jeugdhulp er niet toe heeft geleid dat de minderjarige van hulp heeft kunnen profiteren, waarvan hij op een open plek niet had kunnen profiteren. De Rechtbank Rotterdam spreekt een verdachte vrij van seksueel binnendringen en het plegen van ontucht, omdat verdachte en slachtoffer beide zeer jong waren en de handelingen overwegend plaatsvonden in het kader van een ‘vadertje en moedertje’-spel zonder seksuele strekking.
Uitspraken van de maand maart 2021
(Uitspraken gepubliceerd van 25 februari 2021 tot en met 24 maart 2021)
- Onduidelijk wat de GI na twaalf jaar OTS doet om tot verbetering situatie minderjarige te komen
Een minderjarige staat al ruim twaalf jaar onder toezicht. De kinderrechter vraagt zich af of een ondertoezichtstelling (OTS) wel recht doet aan de situatie, nu de Gecertificeerde Instelling (GI) niet inzet op thuisplaatsing. De kinderrechter vindt het verder onduidelijk wat de GI heeft ondernomen om tot verbetering van de situatie te komen. De OTS en de machtiging tot uithuisplaatsing (UHP) worden beide voor een half jaar verlengd. In deze periode dient de GI in de eerste plaats de noodzakelijke medische en psychologische hulp voor de minderjarige in te schakelen en het nodige te doen ter bevordering van de schoolgang. Op de tweede plaats dient de GI voortvarend stappen te ondernemen in het beoordelen van de vraag of een verder strekkende maatregel noodzakelijk is.
Rechtbank Limburg 17 februari 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:1640 (datum publicatie: 25 februari 2021)
- Verschillen tussen werelden Nederlandse en Somalische cultuur leiden tot spanningen en botsingen
De Raad voor de Kinderbescherming verzoekt zes kinderen uit een Somalisch gezin onder toezicht te stellen, omdat sprake zou zijn van een verwaarlozende opvoedsituatie. De ouders zeggen hun best te doen en vanuit hun Somalische achtergrond en maatstaven die voor hen normaal zijn, te handelen. De rechtbank stelt vast dat duidelijk is dat het gezin in twee werelden leeft, die in veel opzichten van elkaar verschillen. De verschillen tussen die werelden van de Nederlandse en de Somalische cultuur leiden tot spanningen en botsingen. Regie en sturing van een gezinsvoogd is nodig om structuur in de opvoeding en verzorging van de kinderen aan te brengen. Dit is ook nodig om hen te helpen keuzes te maken die in het belang van elk kind zijn om zich goed te kunnen ontwikkelen en een plek te vinden in de Nederlandse samenleving, in harmonie met de normen en waarden van het land van herkomst, aldus de rechtbank. Het verzoek wordt toegewezen.
Rechtbank Limburg 22 januari 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:1778 (datum publicatie: 1 maart 2021)
- De minderjarige heeft niet kunnen profiteren van de gesloten setting
De minderjarige verblijft op een gesloten groep. Hij erkent zijn problematiek en heeft regelmatig om hulp gevraagd. Desondanks is de hulpverlening onvoldoende van de grond gekomen. De machtiging gesloten jeugdhulp heeft er dus niet toe geleid dat de minderjarige van hulp heeft kunnen profiteren, waarvan hij op een open plek niet had kunnen profiteren. De kinderrechter is daarom van oordeel dat niet langer aan de criteria voor een machtiging gesloten jeugdhulp is voldaan. De minderjarige kan als gevolg van zijn problematiek echter ook nog niet terug naar huis. De kinderrechter acht, hoewel niet deugdelijk onderzocht door de Gecertificeerde Instelling (GI), een plaatsing op een open groep op dit moment het meest passend. Om te voorkomen dat de machtiging gesloten jeugdhulp afloopt voordat de minderjarige op een passende open groep terecht kan, verlengt de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp voor een zeer korte periode.
Rechtbank Noord-Holland 18 februari 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:1839 (datum publicatie: 8 maart 2021)
- Vrijspraak omdat het binnendringen gezien jonge leeftijd verdachte en aangeefster geen seksuele strekking had
Samenvatting: De rechtbank spreekt een verdachte vrij van het seksueel binnendringen van zijn minderjarige nichtje. De verdachte en de aangeefster waren bij aanvang van de tenlastegelegde feiten beide zeer jong en de handelingen vonden overwegend plaats in het kader van een ‘vadertje en moedertje’-spel. Op dat moment hadden die handelingen gezien hun leeftijdsadequate ontwikkelingsniveau niet die seksuele betekenis en lading die volwassenen en geslachtsrijpe minderjarigen daaraan geven, aldus de rechtbank. Het binnendringen had daarom voor de betrokkenen destijds geen seksuele strekking. De verdachte wordt eveneens vrijgesproken van de subsidiair ten laste gelegde ontucht, nu die handelingen geen ontuchtig karakter hadden.4
Rechtbank Rotterdam 25 februari 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:1570 (datum publicatie: 9 maart 2021)
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Holland De minderjarige verblijft op een gesloten groep. Hij erkent zijn problematiek en heeft regelmatig om hulp gevraagd. Desondanks is de hulpverlening onvoldoende van de grond gekomen. De machtiging gesloten jeugdhulp heeft er dus niet toe geleid dat de minderjarige van hulp heeft kunnen profiteren, waarvan hij op een open plek niet had kunnen profiteren. De kinderrechter is daarom van oordeel dat niet langer aan de criteria voor een machtiging gesloten jeugdhulp is voldaan. De minderjarige kan als gevolg van zijn problematiek echter ook nog niet terug naar huis. De kinderrechter acht, hoewel niet deugdelijk onderzocht door de Gecertificeerde Instelling (GI), een plaatsing op een open groep op dit moment het meest passend. Om te voorkomen dat de machtiging gesloten jeugdhulp afloopt voordat de minderjarige op een passende open groep terecht kan, verlengt de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp voor een zeer korte periode 18-02-2021
- Rechtbank Limburg Een minderjarige staat al ruim twaalf jaar onder toezicht. De kinderrechter vraagt zich af of een ondertoezichtstelling (OTS) wel recht doet aan de situatie, nu de Gecertificeerde Instelling (GI) niet inzet op thuisplaatsing. De kinderrechter vindt het verder onduidelijk wat de GI heeft ondernomen om tot verbetering van de situatie te komen. De OTS en de machtiging tot uithuisplaatsing (UHP) worden beide voor een half jaar verlengd. In deze periode dient de GI in de eerste plaats de noodzakelijke medische en psychologische hulp voor de minderjarige in te schakelen en het nodige te doen ter bevordering van de schoolgang. Op de tweede plaats dient de GI voortvarend stappen te ondernemen in het beoordelen van de vraag of een verder strekkende maatregel noodzakelijk is. 17-02-2021
- Rechtbank Limburg De Raad voor de Kinderbescherming verzoekt zes kinderen uit een Somalisch gezin onder toezicht te stellen, omdat sprake zou zijn van een verwaarlozende opvoedsituatie. De ouders zeggen hun best te doen en vanuit hun Somalische achtergrond en maatstaven die voor hen normaal zijn, te handelen. De rechtbank stelt vast dat duidelijk is dat het gezin in twee werelden leeft, die in veel opzichten van elkaar verschillen. De verschillen tussen die werelden van de Nederlandse en de Somalische cultuur leiden tot spanningen en botsingen. Regie en sturing van een gezinsvoogd is nodig om structuur in de opvoeding en verzorging van de kinderen aan te brengen. Dit is ook nodig om hen te helpen keuzes te maken die in het belang van elk kind zijn om zich goed te kunnen ontwikkelen en een plek te vinden in de Nederlandse samenleving, in harmonie met de normen en waarden van het land van herkomst, aldus de rechtbank. Het verzoek wordt toegewezen. 22-01-2021