Naar boven ↑

Update

Nummer 2, 2020
Uitspraken van 01-01-2020 tot 31-12-2020
Redactie: mr. T. de Vette.

Beste lezers,

Welkom bij Jeugdrecht Updates, jaargang 1, editie 1. In samenwerking met de VNJA zal Boom juridisch eenmaal per maand een Jeugdrecht Update verzenden, met daarin een overzicht van en attendering op actualiteiten in het jeugdrechtveld.

In deze nieuwsbrief: In een procedure waarin de ouders twisten over de omgangsregeling voor hun twee kinderen, bestempelt de Raad voor de Kinderbescherming de extreme strijd tussen hen een vorm van kindermishandeling. De rechtbank in Rotterdam verleent een machtiging gesloten jeugdhulp voor een autistische jongen die vast zit op verdenking van seksueel misbruik met ingang van het moment dat de jongen uit detentie komt. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelt een verdachte die een geweldsexplosie veroorzaakte in de instelling waar hij op grond van een eerder opgelegde PIJ-maatregel geplaatst was, tot twaalf maanden jeugddetentie, waarvan de helft voorwaardelijk. De kinderrechter in de Rechtbank Noord-Nederland besluit het verzoek van een minderjarige om zijn vader het gezag te ontnemen toch te behandelen, ondanks dat een kind alleen gebruik kan maken van de informele rechtsingang als dat in de wet is bepaald en dat het verzoek van de minderjarige hier niet onder valt.

Uitspraken van de maand september 2020

Extreme strijd tussen ouders is vorm van kindermishandeling, aldus de Raad voor de Kinderbescherming

Een vader en een moeder gaan beide in hoger beroep tegen een door de rechtbank vastgestelde zorgregeling voor hun twee kinderen, omdat deze te veel ruimte voor discussie biedt. De Raad voor de Kinderbescherming stelt geen advies te kunnen geven, omdat het verwacht dat vanwege de extreme strijd tussen de ouders er toch altijd nog discussie zal blijven. De Raad voor de Kinderbescherming meent dat de ouders eerst persoonlijke hulp moeten gaan zoeken. En noemt de strijd tussen de ouders een vorm van kindermishandeling. Het hof kan zich in het advies van de Raad voor de Kinderbescherming vinden. In het belang van de kinderen wordt nu wel een meer gedetailleerde zorgregeling vastgelegd.

(Gerechtshof ’s Hertogenbosch 5 november 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:3442 (datum publicatie: 6 november 2020))

Machtiging gesloten plaatsing met ingang van het moment dat de minderjarige uit detentie komt

Een minderjarige jongen met autisme zit vast op verdenking van seksueel misbruik van meerdere kinderen, waaronder zijn broertje. De GI verzoekt een machtiging om de minderjarige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling. Uit onderzoek bij de Forca, de observatieafdeling van het Forensisch Centrum Teylingereind, is het advies gekomen de minderjarige binnen de gesloten jeugdzorg in Harreveld te plaatsen, in een groep met expertise wat zedendelicten en autisme betreft, om de juiste controle en toezicht en behandeling te bieden. De rechtbank verleent de machtiging gesloten jeugdhulp voor de periode van de ondertoezichtstelling. Nu de minderjarige vanwege een veroordeling voor de strafzaken eerst nog enige tijd in detentie zal verblijven, bepaalt de rechtbank dat de machtiging wordt verleend met ingang van het moment dat hij uit detentie komt.

(Rechtbank Rotterdam 20 november 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:10553 (datum publicatie: 20 november 2020))

Jeugddetentie voor geweldsexplosie in PIJ-instelling

Een destijds zeventienjarige jongen, die wegens oplegging van een PIJ-maatregel verbleef in Den Hey-Acker, heeft samen met een medegedetineerde in Den Hey-Acker een medewerker gegijzeld, medewerkers mishandeld, brand gesticht en huisraad vernield. De rechtbank veroordeelt de verdachte hiervoor tot een jeugddetentie van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. 

(Rechtbank Zeeland-West-Brabant 24 november 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:5809 (datum publicatie: 24 november 2020))

Wettelijk gezien geen informele rechtsingang mogelijk, toch zitting

Een minderjarige jongen schrijft een brief naar de kinderrechter met het verzoek het gezag van zijn vader te beëindigen en zijn grootouders tot voogd te benoemen. De kinderrechter overweegt dat een kind alleen gebruik kan maken van de informele rechtsingang als dat in de wet is bepaald en dat het verzoek van de minderjarige hier niet onder valt. De rechter behandelt de zaak toch, om de Raad voor de Kinderbescherming de gelegenheid te bieden ambtshalve onderzoek te doen en te beoordelen of de door het kind gewilde wijziging van het gezag noodzakelijk is. 

(Rechtbank Noord-Nederland 20 november 2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:3974 (datum publicatie: 24 november 2020))

Hof

Rechtbank