Naar boven ↑

Update

Nummer 2, 2023
Redactie: mr. T. de Vette.

In deze nieuwsbrief actualiteiten op het gebied van het jeugdrecht en samenvattingen van de volgende uitspraken: De kinderrechter in de rechtbank Rotterdam vindt de informele weg die de GI in de procedure heeft gevolgd, onvoldoende waarborgen voor de ouders met zich brengt en vat het verzoek op als op grond van de geschillenregeling en verwijst de zaak naar de meervoudige kamer. De rechtbank Den Haag verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging in een jeugdzaak wegens de zeer extreme termijnoverschrijding van 52 maanden. De rechtbank Midden-Nederland vindt een jeugddetentie niet passend voor een minderjarige jongen die om onverklaarbare redenen zijn moeder doodde en legt alleen de PIJ-maatregel op. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verlengt de PIJ-maatregel van een jeugdige, ondanks dat de deskundigen geen behandelontvankelijkheid zien. De rechtbank Oost-Brabant wijst het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen af, ondanks dat aan de wettelijke criteria voor verlenging wordt voldaan.

Actualiteiten februari 2023

Landelijke regie op om- en afbouw gesloten jeugdhulp, aantal plaatsingen bijna gehalveerd

Staatssecretaris Van Ooijen (VWS) heeft de Tweede Kamer op 3 februari 2023 geïnformeerd over het ‘Uitvoeringsplan af- en ombouw gesloten jeugdhulp’. In 2025 moet de gesloten jeugdhulp volledig kleinschalig werken en de beweging maken naar nul gesloten plaatsingen in 2030. Het perspectief van jongeren is nadrukkelijk betrokken bij de totstandkoming van het plan. In de uitvoering zelf krijgen jongeren een volwaardige plek, onder andere in de vorm van jongerenpanels. Voor de participatie van jongeren wordt o.a. samengewerkt met het Jeugdwelzijnsberaad en ExpEx. Het gaat dan zowel om de jongeren die nu in de gesloten jeugdhulp verblijven als om ervaringsdeskundigen. In het plan staan duidelijke afspraken met gemeenten en aanbieders over wat nodig is voor een goede af- en ombouw, hoe de verantwoordelijkheden zijn verdeeld en wat de planning is. Sinds 2017 is het jaarlijkse aantal gesloten plaatsingen bijna gehalveerd. Het aantal plaatsen in gesloten instellingen is dan ook fors afgenomen, van 994 plaatsen in 2020 naar 696 in 2022. Tegelijkertijd zijn er vijftig nieuwe plaatsen gecreëerd in een kleinschalige setting. Het zorgaanbod en de organisatie daarvan moeten goed bij deze beweging aansluiten; de continuïteit van zorg voor kwetsbare kinderen is essentieel. De afname van het aantal gesloten plaatsingen en het aantal plaatsen heeft voor zorgaanbieders ook grote financiële gevolgen. Dat vraagt om een gecontroleerde afbouw om te voorkomen dat jongeren tussen wal en schip raken. (Rijksoverheid.nl, 3 februari 2023)

JeugdzorgPlus van 72 naar 27 separeerruimtes

JeugdzorgPlus-organisaties hebben het aantal separeerruimtes in vier jaar tijd afgebouwd van 72 naar 27. Ondanks de gezamenlijke doelstelling om zo snel mogelijk álle separeerruimtes in Nederland te sluiten, zijn er verschillen tussen de fase in het proces waar de jeugdzorgorganisaties zich bevinden. Bij vier organisaties zijn alle separeerruimtes inmiddels gesloten. De nog resterende 27 separeerruimtes vallen onder zes jeugdzorgorganisaties. Ook de snelheid van afbouw verschilt per organisatie. De ene organisatie ging in de afgelopen vier jaar van zes naar een separeerruimte en sluit die laatste separeerruimte uiterlijk 31 maart 2023, een ander ging van zestien naar veertien separeerruimtes. Van de 45 separeerruimtes die de afgelopen vier jaar verdwenen, werden er twintig in 2022 gesloten. De verwachting van Jeugdzorg Nederland is dat het aantal separeerruimtes in 2023 verder zal afnemen. (Jeugdzorg Nederland, 5 februari 2023)

Voorstel gesloten jeugdhulp aangenomen

De Tweede Kamer heeft op 14 februari 2023 ingestemd met de wetswijziging voor een betere rechtspositie van jongeren in de gesloten jeugdhulp. Ook zijn twaalf van de veertien ingediende amendementen aangenomen. De wijziging van de Jeugdwet is bedoeld om het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen in de gesloten jeugdhulp te beperken. Het gaat om maatregelen als insluiting in een separeerruimte, niet mogen meedoen aan groepsactiviteiten en vastgehouden worden. Het wetsvoorstel voert een 'nee-tenzij-principe' in: instellingen mogen geen vrijheidsbeperkende maatregelen inzetten, tenzij de maatregelen noodzakelijk en effectief zijn, en er geen goed alternatief is. In het Kamerdebat over het wetsvoorstel op 7 februari sprak de Kamer haar zorg uit dat het personeelstekort in de sector toch reden zal zijn om jongeren te separeren. Staatssecretaris Van Ooijen (VWS) antwoordde dat gebrek aan personeel nooit de reden mag zijn voor vrijheidsbeperking. De aangenomen amendementen op het wetsvoorstel gaan over uiteenlopende onderwerpen. Zo kunnen klachtencommissies die een klacht gegrond verklaren meteen ook een schadevergoeding toekennen. Nu moeten jongeren daar nog voor naar de rechter. Verder krijgt elke jongere standaard een vertrouwenspersoon toegewezen; het wetsvoorstel regelde alleen dat ze informatie kregen over de mogelijkheid een vertrouwenspersoon in te schakelen. Ook krijgen jongeren recht op zak- en kleedgeld. En naast ouders en andere gezinsleden mogen ook vrienden buiten de vaste bezoektijden op bezoek komen. Het voorbereidend onderzoek door de Eerste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vindt plaats op 14 maart 2023. (Bronnen: NJi, Tweede Kamer, Eerste Kamer, 15 februari 2023)

Wetenschappelijke evaluatie: inzet Gezinsadvocaat zet met succes het kind centraal

Op donderdag 9 februari 2023 presenteerden de leden van de pilot Gezinsadvocaat en onderzoeksbureau Triqs de eerste wetenschappelijke evaluatie van de Gezinsadvocaat aan het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Raad voor Rechtsbijstand. Sinds juli 2021 wordt door elf samenwerkende gemeenten in de regio Hart van Brabant met de zogenaamde gezinsadvocaat (GA) gewerkt. De GA bestaat uit een koppel van een ervaren familierechtadvocaat en een gespecialiseerde gedragswetenschapper. Als duo combineren zij recht en zorg en proberen in het gesprek de spanning te verlagen, om in ieder geval voor de kinderen de complexe scheiding tot een goed einde te brengen. Daarmee behartigt de GA de belangen van het hele gezin, kinderen én ouders. Met deze nieuwe aanpak wil de overheid kinderen bij een complexe scheiding zo veel mogelijk beschermen en vaak langdurige en kostbare (v)echtscheiding voorkomen. De wetenschappelijke evaluatie bevestigt het succes van de inzet van de GA bij complexe scheidingen. Uit de evaluatie blijkt dat de aanpak in alle gevallen een positief effect heeft. (Bron: gezinsadvocaat.nl, 16 februari 2023)

Uitspraken van de maand februari 2023

(Uitspraken gepubliceerd van 25 januari tot en met 22 februari 2023)

Wegens 'zeer extreme' termijnoverschrijding OM niet-ontvankelijk vervolging jeugdzaak
Een in 2000 geboren jeugdige wordt ervan verdacht dat hij, toen hij nog minderjarig was, zich op 31 januari 2017 schuldig heeft gemaakt aan een diefstal met geweld. Zijn strafzaak staat 12 januari 2023 op zitting. Het OM verzoekt primair niet-ontvankelijkheid vanwege het tijdsverloop. De rechtbank constateert dat de redelijke termijn van zestien maanden voor jeugdigen in zeer extreme mate is overschreden: met 52 maanden. De rechtbank oordeelt dat, ondanks dat het vaste rechtspraak van de Hoge Raad is dat een overschrijding van de redelijke termijn in de regel tot strafvermindering leidt en niet tot niet-ontvankelijkverklaring van het OM, in deze zaak niet kan worden volstaan met een andere sanctie dan de niet-ontvankelijkheid. De benadeelde partij heeft, na benadering door de officier van justitie, aangegeven zich te kunnen vinden in het oordeel om het OM niet-ontvankelijk te verklaren. Ook heeft de benadeelde partij aangegeven dat de schade inmiddels is vergoed door de medeverdachten. De rechtbank ziet het verstoren van de huidige positieve ontwikkeling van de verdachte als gevolg van een extreem late jeugdstrafrechtelijke interventie als een disproportioneel nadeel voor de verdachte, dat onverenigbaar is met de uitgangspunten van het jeugdstrafrecht. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat het vertrouwensbeginsel het niet toelaat deze zaak op een andere manier af te doen. Op initiatief van het OM zijn in het voortraject namelijk alle betrokken partijen, inclusief de verdachte, meegenomen in deze voorgestelde afdoening en hebben zij hiermee ingestemd. Alles overwegende verklaart de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk in de (verdere) vervolging. Rechtbank Den Haag 12 januari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:716 (datum publicatie: 26 januari 2023)

Onvoldoende waarborgen voor de ouders bij informele weg die GI volgt inzake perspectiefbesluit
De GI verzoekt de OTS en UHP van een jongen van 22 maanden, die al twintig maanden bij een pleeggezin is geplaatst, voor een jaar te verlengen. De GI stelt al in september 2021 het standpunt te hebben bepaald dat het perspectief van de minderjarige niet meer bij de ouders ligt, maar de rechtbank wilde zich daar toen niet over uitspreken. De GI vraagt de rechtbank nu, naast de verlenging van de maatregelen, deze opvoedvisie te ondersteunen en bekrachtigen. De kinderrechter concludeert echter dat de informele weg die de GI in deze procedure heeft gevolgd, onvoldoende waarborgen voor de ouders met zich brengt. Omdat het voor alle betrokkenen belangrijk is dat er in de komende maanden een inhoudelijke discussie over het perspectief wordt gevoerd en er daar waar mogelijk ook een beslissing over wordt genomen, vat de kinderrechter de vraag van de GI op als een verzoek op grond van de geschillenregeling. De kinderrechter verwijst dit verzoek ter verdere behandeling en beoordeling naar de meervoudige kamer van de rechtbank. Rechtbank Rotterdam 20 december 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:11889 (datum publicatie: 30 januari 2023)

PIJ-maatregel voor minderjarige die zijn moeder doodde
Een destijds 17-jarige jongen heeft op 15 mei 2022 zijn moeder thuis, vanuit het niets, met messteken om het leven gebracht. Deskundigen die hem hebben onderzocht oordelen dat de autismespectrumstoornis waar de verdachte aan lijdt, hierbij mogelijk een rol heeft gespeeld. Hij kan zelf geen verklaring voor zijn daad geven. De rechtbank vindt het bewonderenswaardig dat de familie van de verdachte geen wrok koestert, maar als een blok achter hem staat en niets liever willen dan dat hij zo snel mogelijk behandeld wordt voor de stoornis die hem mede hiertoe lijkt te hebben gebracht. De rechtbank stelt voorop dat de ernst van het feit in beginsel het opleggen van een onvoorwaardelijke jeugddetentie van lange duur rechtvaardigt. De rechtbank ziet echter ook het belang dat de verdachte zo snel mogelijk aan zijn behandeling in het kader van de PIJ-maatregel begint. De rechtbank houdt daarnaast rekening met de wens van de nabestaanden en met het feit dat een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel mogelijk vele jaren zal gaan duren. Al met al vindt de rechtbank de oplegging van een jeugddetentie daarom niet passend en wordt alleen de PIJ-maatregel opgelegd. Rechtbank Midden-Nederland 31 januari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:314 (datum publicatie: 31 januari 2023)

Verlenging PIJ ondanks dat deskundigen geen behandelontvankelijkheid zien
Een jeugdige, geboren in 2001, is op 11 maart 2019 (onder andere) de PIJ-maatregel opgelegd ter zake van (kort gezegd) het medeplegen van een poging tot doodslag, openlijk geweldpleging en aanranding. Op 3 juni 2022 heeft de rechtbank de maatregel met zes maanden verlengd. De jeugdige gaat hiertegen in beroep. Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank en verlengt de PIJ-maatregel met één jaar. De JJI en de reclassering zien geen behandelontvankelijkheid bij de jeugdige en kunnen geen bijzondere voorwaarden van een eventuele voorwaardelijke beëindiging formuleren. De jeugdige kan echter nog wel profiteren van behandeling en begeleiding. Bovendien wordt een abrupte beëindiging van de PIJ-maatregel, waarbij de jeugdige zonder enige voorbereiding op straat komt te staan, door het hof niet in het belang geacht van de ontwikkeling van de jeugdige. Het hof verlengt de PIJ-maatregel met één jaar en overweegt dat bij die eventuele volgende verlengingsvordering multidisciplinaire rapportage voorhanden dient te zijn. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 februari 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:1341 (datum publicatie: 15 februari 2023)

Ondertoezichtstelling trekt nu te zware wissel op kinderen
Hoewel aan de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling wordt voldaan, wijst de kinderrechter het verzoek van de GI hiertoe, toch af. De kinderrechter heeft op basis van de verklaringen van de kinderen en de ouders tijdens de mondelinge behandeling de overtuiging dat toewijzing van het verzoek een te zware wissel op de kinderen zou trekken en een averechts effect zou hebben. De kinderen en ook de ouders hebben momenteel alle tijd en energie nodig om hun hoofd boven water te houden en hebben daarom nu geen ruimte om in een gedwongen kader aan de doelen van de OTS te werken. Rechtbank Oost-Brabant 31 januari 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:694 (datum publicatie: 20 februari 2023)