Update
Redactie: mr. T. de Vette.
In deze nieuwsbrief actualiteiten op het gebied van het jeugdrecht en samenvattingen van de volgende uitspraken: De rechtbank Zeeland-West-Brabant bepaalt de voorlopige wijziging hoofdverblijfplaats van een minderjarig meisje naar haar vader, ondanks dat vader en dochter elkaar al vier jaar niet hebben gezien, vanwege ernstige zorgen over de opvoedsituatie bij de moeder. De rechtbank Amsterdam legt aan een minderjarige verdachte een voorwaardelijke PIJ-maatregel op, ondanks de adviezen van de deskundigen om deze maatregel onvoorwaardelijk op te leggen, mede vanwege de zorgelijke situatie binnen de JJI’s. De kinderrechter in de rechtbank Gelderland deelt de visie van een vader niet, die stelt dat de kinderrechter niet op grond van het Burgerlijk Wetboek over hem (en zijn minderjarige zoon) mag beslissen en zich hierbij beroept op de motu proprio van Paus Franciscus van 11 juli 2013, en verlengt de ondertoezichtstelling van de zoon. De kinderrechter in de rechtbank Rotterdam wijst de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee kinderen van een slachtoffer van de toeslagenaffaire toe, enkel voor een goede overdracht van de financiering van de hulpverlening van de moeder naar het wijkteam.
Actualiteiten januari 2023
Website Justitieleinterventies.nl stopt
Vanaf 11 januari 2023 zijn overzichten van erkende justitiële interventies online te vinden bij het Trimbos-instituut, het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en Movisie. Sinds 2015 waren alle erkende justitiële interventies te vinden in de databank op Justitieleinterventies.nl. Deze website stopt per 1 februari 2023. Interventies voor kinderen en jongeren zijn opgenomen in de databank Effectieve jeugdinterventies op de website van het NJi. Vanaf januari 2023 worden alle erkende interventies vermeld in de nieuwsbrieven van een van de drie kennisinstituten. Interventies voor kinderen en jongeren worden vermeld in de nieuwsbrief van het NJi. De nieuwsbrief van Justitieleinterventies.nl wordt dan niet langer verstuurd. (Bron: NJi)
Stichting Het Vergeten Kind: ‘Laat zorg pas stoppen als kinderen er klaar voor zijn!’
Voor de elfde keer staat de laatste week van januari in het teken van ‘De Week van Het Vergeten Kind’. Het thema voor de editie van 2023 is ‘Laat zorg pas stoppen als kinderen er klaar voor zijn’. Via een petitie vraagt Stichting Het Vergeten Kind de steun van Nederland om ervoor te zorgen dat 18 jaar worden geen reden is om zorg voor jongeren te stoppen. Het beleid en de praktijk moeten er volgens de Stichting op gericht zijn dat jongeren de zorg blijven krijgen die zij nodig hebben, ongeacht hun leeftijd. Met het ophalen van zoveel mogelijk handtekeningen wil de Stichting bereiken dat de zorg voor kinderen met jeugdhulp pas stopt als een kind er klaar voor is. Er bestaan mogelijkheden om verlengde jeugdzorg aan te vragen, maar dit is een complex administratief traject waarbij bovendien de mogelijkheden per gemeente heel verschillend zijn. De Stichting heeft onderzoek gedaan onder 176 uithuisgeplaatste jongeren en 105 hulpverleners. 65% van de jongeren die wonen op groepen moest verhuizen vanwege hun leeftijd. 98% van de jongeren vindt zelf dat ze er op hun 18e nog niet klaar voor waren om op eigen benen te staan. Verhuizen zorgde er bij uithuisgeplaatste jongeren voor dat ze zich alleen en angstig voelden. Jongeren die mochten blijven, zijn daar juist positief over. Het Vergeten Kind pleit voor de volgende drie punten: 1) Laat leeftijdsgrenzen los in beleid en praktijk, want volwassen worden is een proces. Iedere jongere wordt in een ander tempo volwassen. Het is dus belangrijk om aan te sluiten bij wat elke individuele jongere nodig heeft. Iedere jongere heeft recht op gelijke kansen om mee te kunnen doen in de maatschappij. 2) Is verlengde jeugdzorg passend, zet dit dan zonder voorbehoud in. Jeugdzorg verlengen kan tot 23 jaar. In de praktijk wordt dat bijna nooit gedaan, omdat veel gemeenten, vanwege wachtlijsten en kostenbesparing, deze zorg liever beëindigen. 3) Zorg voor bestaanszekerheid. Het absolute minimum is ervoor zorgen dat jongeren die de residentiële jeugdzorg verlaten niet op straat komen te staan en zich daar ook geen zorgen over hoeven te maken. (Bron: Stichting Het Vergeten Kind, 16 januari 2023)
Mensen- en kinderrechten van gezinnen onvoldoende beschermd bij huisuitzettingen
Wanneer gezinnen gedwongen uit huis worden gezet, voldoet de overheid niet altijd aan haar mensenrechtelijke en kinderrechtelijke verplichtingen. Hierdoor worden de waardigheid, welzijn en ontwikkeling van volwassen en kinderen geschaad. Dit constateren de Nationale ombudsman en Kinderombudsman op 24 januari 2023 na een gezamenlijk onderzoek. Zij hebben hun bevindingen gepubliceerd en per brief gedeeld met Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en gemeenten in Nederland. Ook doen zij aanbevelingen om de situatie te verbeteren. Met regelmaat ontvangen de ombudsmannen klachten en signalen van ouders, kinderen en betrokken professionals over huisuitzettingen van gezinnen. Zij zijn daarom vorig jaar een onderzoek gestart naar de verplichtingen van de overheid en de knelpunten die gezinnen hierbij ervaren in de praktijk. Het recht op behoorlijke huisvesting is een fundamenteel mensenrecht. Toch kunnen gezinnen uiteindelijk uit huis worden gezet vanwege huurachterstand, overlast of (drugs)criminaliteit. Als dit gebeurt, moet er wel aan mensen- en kinderrechtelijke verplichten worden voldaan. Zo is het verboden dat gezinnen dakloos worden door een huisuitzetting. Ook moeten het welzijn en de ontwikkeling van kinderen tijdens het proces beschermd worden. De overheid heeft de plicht om ervoor te zorgen dat er aan deze rechten voldaan wordt. Toch concluderen de ombudsmannen dat dit niet altijd gebeurt. De ombudsmannen concluderen dat rechten en verplichtingen uit internationale verdragen onvoldoende verankerd zijn in regelgeving en beleid. Er is nog te veel afhankelijk van lokale kennis, keuzes in beleid en de inzet van individuele gemeenteambtenaren en hulpverleners. De ombudsmannen noemen dit onwenselijk en wijzen erop dat deze vrijblijvendheid kan leiden tot willekeur, ongelijkheid en uitsluiting. Volgens Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer zijn kinderen bij huisuitzettingen onzichtbaar. De ombudsmannen zien ook dat er al wel stappen in de goede richting worden gezet. In de afgelopen jaren is ingezet op vroegsignalering van betaalachterstanden waardoor huisuitzettingen kunnen worden voorkomen. Tijdens de coronacrisis was er een huisuitzettingsverbod. (Bron: Nationale Ombudsman en Kinderombudsman, 24 januari 2023)
Richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing gepubliceerd
Een uithuisplaatsing is een zeer ingrijpende beslissing, voor het kind, de ouders én voor de jeugdprofessional. Het is een uiterste middel, als andere oplossingen niet voldoende hebben geholpen om de thuissituatie te verbeteren. Deze richtlijn ondersteunt jeugdprofessionals bij het beslissen over het wel of niet uithuis- en terugplaatsen. Ook helpt de richtlijn om de situatie van het kind zorgvuldig te beoordelen en uithuisplaatsingen zo veel mogelijk te voorkomen door tijdig effectieve interventies in te zetten. Tijdens de herziening is de richtlijn niet alleen bijgewerkt met nieuwe kennis, maar ook inhoudelijk op veel belangrijke punten gewijzigd. Er ligt bijvoorbeeld een groter accent op terugplaatsing ten opzichte van de vorige richtlijn en er is een duidelijke focus op het zo thuis mogelijk opgroeien. Ook gaat de richtlijn meer in op het voorkomen van uithuisplaatsing met nieuwe interventies. Naast de richtlijn zijn er ook weer ondersteunende materialen beschikbaar: Info voor ouders, Onderbouwing en Werkkaarten (verwacht begin maart 2023). (Bron: Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming, 24 januari 2023)
Uitspraken van de maand januari 2023
(Uitspraken gepubliceerd van 13 december 2022 tot en met 24 januari 2023)
Verblijfplaats minderjarige naar vader die zij niet kent vanwege ernstige zorgen situatie bij moeder
Een vijfjarig meisje wordt naar het oordeel van de rechtbank ernstig in haar ontwikkeling geschaad in de opvoedsituatie bij haar moeder. De moeder weigert - ondanks verschillende rechterlijke beslissingen waarin verplichtingen met dwangsom zijn opgelegd, de al sinds 2020 lopende ondertoezichtstelling (OTS) en de inzet van een begeleid omgangstraject - al jaren mee te werken aan de omgang tussen vader en dochter. Daarnaast bestaan er ernstige zorgen over de opvoeding en verzorging, omdat de moeder weigert inzicht te geven in de opvoedsituatie aan de GI en de minderjarige niet naar school laat gaan. De rechtbank bepaalt de voorlopige wijziging hoofdverblijfplaats van de minderjarige naar de vader en bepaalt tevens de afgifte van haar aan de vader, zo nodig met behulp van de sterke arm. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 19 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:8165 (datum publicatie: 10 januari 2023)
Voorwaardelijke PIJ in plaats van geadviseerde onvoorwaardelijke, mede door zorgelijke situatie JJI’s
Een in 2006 geboren verdachte met complexe problematiek en een bewogen jeugd staat terecht op verdenking van meerdere strafbare feiten. De rechtbank oordeelt dat het juridische kader van een voorwaardelijke PIJ-maatregel passend en nodig is om de langdurige behandeling die de verdachte nodig heeft, veilig te stellen. De voogd, de coach en de huidige behandelaar bij de Waag zien nog behandel- en ontwikkelmogelijkheden en hebben vertrouwen in hem. De rechtbank is bereid om de verdachte deze kans te bieden. Daarbij houdt de rechtbank ook rekening met de zorgelijke signalen rondom de JJI’s. Het staat voor de rechtbank onvoldoende vast dat de behandeling binnen een JJI in het kader van een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel, met de huidige onzekerheden en personeelstekorten, een betere keus is dan het voortzetten van de huidige ambulante behandeling. De rechtbank legt de PIJ-maatregel daarom voorwaardelijk op, ondanks de adviezen van de deskundigen om deze maatregel onvoorwaardelijk op te leggen. Rechtbank Amsterdam 23 december 2023, ECLI:NL:RBAMS:2022:7859 (datum publicatie: 10 januari 2023)
De Nederlandse Staat valt niet onder de leiding van het Vaticaan
Een vader vindt dat de kinderrechter niet op grond van het Burgerlijk Wetboek over hem (en zijn minderjarige zoon) mag beslissen en beroept zich hierbij op de motu proprio van Paus Franciscus van 11 juli 2013. De kinderrechter legt uit waarom hij deze visie van de vader niet deelt. De Staat valt namelijk niet onder de leiding van het Vaticaan en de regels van het Vaticaan gelden niet (automatisch) voor het Nederlandse grondgebied. Vervolgens verlengt de kinderrechter de ondertoezichtstelling (OTS) van de zoon, zoals verzocht door de GI. Rechtbank Gelderland 27 december 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:7390 (datum publicatie: 12 januari 2023)
Verlenging OTS enkel voor goede overdracht financiering hulpverlening naar wijkteam
Een moeder is slachtoffer van de toeslagenaffaire, maar is nu gecompenseerd en heeft geen schulden meer. Met haar twee kinderen, die onder toezicht staan sinds 2018, gaat het inmiddels veel beter. Een verlenging van de ondertoezichtstelling (OTS) is daarom naar het oordeel van de kinderrechter eigenlijk niet nodig. Omdat de moeder heeft aangegeven graag te willen dat hulpverleningsorganisatie ASVZ ook na de OTS betrokken blijft, verzoekt de GI de OTS met drie maanden te verlengen. De financiering van de hulpverlening moet vanuit het wijkteam worden aangevraagd en de drie maanden kunnen worden gebruikt om de OTS goed af te sluiten en de zorg over te dragen naar het wijkteam, zodat de moeder vanuit daar de hulp van ASVZ kan behouden. De kinderrechter wijst de verlenging van de OTS toe, enkel voor een goede overdracht van de financiering van de hulpverlening van de moeder naar het wijkteam. Rechtbank Rotterdam 29 december 2023, ECLI:NL:RBROT:2022:11828 (datum publicatie: 23 januari 2023)