Update
Redactie: mr. T. de Vette.
In deze nieuwsbrief actualiteiten op het gebied van het jeugdrecht en samenvattingen van de volgende uitspraken: De kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland oordeelt op basis van door de GI telefonisch gegeven informatie dat een langer verblijf in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp voor een 14-jarige meisje noodzakelijk is en verlengt de machtiging met vier weken, omdat een behandeling ter zitting niet kan worden afgewacht. Het gerechtshof Den Haag oordeelt in een zaak van een van sexting verdachte minderjarige dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging. De rechtbank Amsterdam oordeelt dat niet is aangetoond dat een minderjarige als gevolg van zijn detentie een trauma of een psychische stoornis heeft opgelopen op grond waarvan een hogere schadevergoeding gerechtvaardigd is. De kinderrechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt in een zaak waarin de GI heeft aangegeven niet te kunnen zeggen wanneer de ondertoezichtstelling kan worden aangevangen vanwege gebrek aan jeugdzorgmedewerkers, dat dit in deze zaak niet acceptabel is en verwacht van de GI - ondanks de wachtlijstproblematiek - dan ook dat binnen vijf werkdagen een jeugdzorgwerker beschikbaar wordt gesteld.
Actualiteiten juli 2022
Extra geld voor tegengaan van jeugdcriminaliteit
Het kabinet versterkt de aanpak van het voorkomen van jeugdcriminaliteit. De komende jaren maakt minister Weerwind voor Rechtsbescherming hiervoor extra geld vrij oplopend naar een bedrag van 61 miljoen euro structureel per jaar. Dit komt bovenop de 82 miljoen euro die minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid eerder bekend maakte jaarlijks te investeren in wijken waar risico’s voor jongeren het grootst zijn dat ze worden geronseld door (drugs)criminelen. Alles bij elkaar wordt straks vanaf 2025 143 miljoen euro per jaar uitgetrokken voor maatregelen om te voorkomen dat kinderen, jongeren en jongvolwassenen in aanraking komen met criminaliteit of daarin doorgroeien. De basis voor deze aanpak is het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Naast de eerder aangekondigde investeringen van minister Yeşilgöz-Zegerius, versterkt Weerwind ook de preventie in de brede jeugdcriminaliteit, de jeugdstrafrechtketen, de nazorg en re-integratie na detentie. Daarmee wordt voorkomen dat jongeren weer de fout in gaan en/of doorgroeien naar geharde criminelen. (Bron: Rijksoverheid, 1 juli 2022)
Instrument om recidiverisico Halt-jongeren in te schatten kan worden verbeterd
Jaarlijks krijgen zo’n 15.000 jongeren een Halt-afdoening opgelegd. In het startgesprek worden hun recidiverisico en criminogene behoeften ingeschat via het Halt-signaleringsinstrument (Halt-SI), waarbij de jongeren en hun ouders vragen beantwoorden over onderwerpen als schoolprestaties, vrijetijdsbesteding, omgang met leeftijdsgenoten en middelengebruik. Op basis daarvan wordt de Halt-afdoening ingevuld en wordt de jongere, als het nodig is, doorverwezen naar hulpverlening. Door andere wegingen toe te passen kan de voorspellende waarde (predictieve validiteit) van het Halt-SI worden verbeterd. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, in opdracht van het WODC, dat op 6 juli 2022 is gepubliceerd. Uit het onderzoek komt naar voren dat de meeste onderwerpen die worden uitgevraagd weliswaar significant samenhangen met recidive, maar dat er over het algemeen sprake is van (zeer) zwakke verbanden. Door de wegingen van het Halt-SI te baseren op data verzameld bij Nederlandse jongeren, in plaats van Amerikaanse, blijkt de voorspellende waarde van het instrument te verbeteren. Bij alle vier onderzochte wegingsmethoden is sprake van een significant hogere voorspellende waarde. Ook doen de onderzoekers een aantal aanbevelingen om het Halt-SI te actualiseren. Bijvoorbeeld om niet langer onderscheid te maken tussen jongens en meisjes en verschillende leeftijdsgroepen, omdat er niet veel verschillen zijn tussen deze groepen in de sterkte van de samenhang tussen items en recidive. Een andere aanbeveling is om de indeling in risicogroepen (geen/weinig, enig en veel risico) te heroverwegen. De onderzoekers hebben daarnaast de actuele Halt-populatie in kaart gebracht. Daaruit komt naar voren dat Halt-deelnemers gemiddeld 15,7 jaar oud zijn en dat het voor 75% om jongens gaat. Deelnemers worden ongeveer even vaak voor een misdrijf als voor een overtreding naar Halt verwezen: het vaakst worden zij verwezen voor een vermogensdelict. Als risicofactoren zijn het vaakst aanwezig geen vrijetijdsbesteding binnen vereniging, impulsiviteit en spijbelen. Van de Halt-deelnemers valt 91% in de ‘geen/weinig’ risicogroep en slechts 0,5% in de ‘veel’ risicogroep (volgens de huidige risico-indeling). Of de groep Halt-deelnemers in de afgelopen jaren ‘zwaarder’ is geworden, is op basis van de resultaten van dit onderzoek niet te zeggen. Halt-deelnemers hebben in de afgelopen jaren wel vaker een misdrijf gepleegd en minder vaak een overtreding, maar de totaalscore van de aanwezige risicofactoren is onveranderd gebleven. Sommige risicofactoren zijn iets toegenomen en andere afgenomen. Vanwege de coronamaatregelen en de overgang naar een nieuw registratiesysteem bij Halt is het lastig te bepalen wat de precieze oorzaak hiervan is. (Bron: WODC, 6 juli 2022)
FNV eist duizenden extra jeugdbeschermers om ontoelaatbare werkdruk op te lossen
FNV Jeugdzorg stelt minister Weerwind van Rechtsbescherming een ultimatum, waarin de bond eist dat er snel structureel 400 miljoen euro extra wordt uitgetrokken om duizenden nieuwe jeugdbeschermers aan te nemen. Gaat de minister niet vóór 19 augustus 17.00 uur in op alle eisen, dan dreigen acties. Uit een recent onderzoek van Significant Public blijkt dat een jeugdbeschermer maximaal acht tot negen gezinnen kan begeleiden. Uit een rondvraag van de FNV onder honderden jeugdbeschermers blijkt nu dat de werkelijke werklast het dubbele is, namelijk ongeveer 18 gezinnen of 22 kinderen per fulltime professional. FNV berekende dat er 5.000 nieuwe jeugdbeschermers nodig zijn, wat een structurele investering van 400 miljoen euro betekent. In het op 7 juli 2022 gestuurde ultimatum eist de vakbond onder meer dat er een landelijke norm komt voor het maximaal aantal gezinnen dat een jeugdbeschermer mag bijstaan. Die norm zou de uitkomst van het onderzoek van Significant Public moeten volgen, wat neerkomt op maximaal acht gezinnen per fte. Ook eist de FNV dat het individueel tuchtrecht wordt afgeschaft voor deze groep professionals. (Bron: FNV, 7 juli 2022)
Stevige hervorming gesloten jeugdhulp: nul plaatsingen en kleinschalige woonplekken
Staatssecretaris Van Ooijen (VWS) heeft op 8 juli 2022 zijn plan gepresenteerd voor drastische hervormingen in de gesloten jeugdhulp. In het plan wordt er gewerkt aan twee sporen. Het eerste spoor richt zich op afbouw van de grootschalige voorzieningen voor gesloten jeugdhulp. Deze moeten omgebouwd worden naar kleinschalige voorzieningen die ook veiligheid en bescherming bieden. Het tweede spoor is om toe te werken naar nul gesloten plaatsingen. In 2030 wil staatssecretaris Van Ooijen zo dicht mogelijk bij dit doel zijn. Hij wil samen met ervaringsdeskundigen, professionals, gemeenten, zorgbestuurders en onderwijs aan deze twee sporen werken. Op het gebied van vrijheidsbeperking zal in gesloten jeugdhulpinstellingen op korte termijn gewerkt worden aan het ‘nee, tenzij principe’. Dat wil zeggen dat vrijheidsbeperking niet is toegestaan tenzij dat noodzakelijk en proportioneel is, en er geen minder zwaar alternatief is. Gesloten plaatsingen zullen elk jaar verder afnemen, juist doordat er ingezet wordt op kleinschalig georganiseerde voorzieningen. Wanneer het toch nodig is om uit huis geplaatst te worden, blijft de jeugdige in de eigen regio. Hierbij is ook het de bedoeling dat de jeugdigen, zo lang als ze niet thuis kunnen wonen, blijven op een vaste plek en niet telkens overgeplaatst worden. Dit zal zorgen voor stabiliteit waardoor ze zich beter kunnen ontwikkelen. Ook wordt ingezet op het verbeteren van de kwaliteit van zorg en onderwijs voor jeugdigen. De Tweede Kamer zal halfjaarlijks op de hoogte gehouden worden in de voortgangsbrief jeugd over de voortgang van de plannen. (Rijksoverheid, 8 juli 2022)
Uitspraken van de maand juli 2022
(Uitspraken gepubliceerd van 30 juni tot 26 juli 2022)
Verlening spoedmachtiging gesloten jeugdhulp 14-jarig meisje op basis van telefonische informatie
Voor een 14-jarig meisje is recentelijk een kortdurende machtiging gesloten jeugdhulp verleend, omdat zij mee wilde werken aan hulpverlening en vervolgplaatsing in een open groep. Sindsdien wil de minderjarige echter nergens meer aan meewerken en onttrekt zij zich tijdens verlofmomenten bij haar vader aan diens gezag en verdwijnt soms (ook ‘s nachts). Niet duidelijk is waar zij dan verblijft, maar de GI vreest dat zij dan bij haar meerderjarige vriend is en/of zich ophoudt in een crimineel milieu, dan wel dat sprake is van loverboy-praktijken. De GI dient daarom nu opnieuw, telefonisch, een (spoed)verzoek tot het verlengen van de machtiging gesloten jeugdhulp in. De kinderrechter oordeelt dat op basis van de GI gegeven informatie een langer verblijf in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige noodzakelijk is en verlengt de machtiging met vier weken. De kinderrechter is van oordeel dat een behandeling ter zitting niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige. Rechtbank Noord-Holland 30 juni 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:5859 (datum publicatie: 6 juli 2022)
Openbaar Ministerie ontvankelijk in vervolging sexting-zaak
Een destijds minderjarige verdachte heeft seksueel getinte foto's en filmpjes van (veelal) leeftijdsgenoten gebruikt om hen te bewegen tot het overmaken van geld (sexting). De verdediging meent dat het OM voor een deel van de tenlastegelegde feiten niet-ontvankelijk moet worden verklaard wegens verzuimen rond het klachtvereiste ex artikel 64 e.v. Sr., , in het bijzonder omtrent de drie maanden termijn ex artikel 66 Sr. Het hof overweegt in dit kader, onder verwijzing naar HR 31 maart 1998, NJ 1998, 608 en HR 7 maart 2006, LJN AV031, dat de materiële wens van (jonge ) slachtoffers die wel de wil hebben dat de (vermoedelijke) dader die hen dit heeft aangedaan vervolgd wordt, maar vanwege de aard van het delict in combinatie met hun jeugdige leeftijd en daaruit volgende kwetsbaarheid niet altijd de durf hebben om hierover tegenover derden en de autoriteiten te spreken, leidend moet zijn. Met betrekking tot de termijnoverschrijding overweegt het hof dat de betreffende vier slachtoffers door de politie benaderd zijn naar aanleiding van eerdere aangiftes van andere slachtoffers. Het hof maakt uit jurisprudentie - HR 4 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2242 - op dat degene tegen wie het feit is begaan, het recht tot het alsnog indienen van een klacht kan herkrijgen op de voet van artikel 66 lid 2 Sr. Gerechtshof Den Haag 23 juni 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:1275 (datum publicatie: 11 juli 2022)
Geen hogere schadevergoeding dan forfaitaire vergoeding voor minderjarige kwetsbare persoon
Verzoek ex art. 533 en 530 Sv. Een minderjarige, geboren in 2007, is aangehouden en in verzekering gesteld op verdenking van een gewapende overval van een snackbar. Na drie dagen is de bewaring bevolen, maar met onmiddellijke ingang geschorst. Hij is uiteindelijk door de rechtbank ontslagen van alle rechtsvervolging in verband met psychische overmacht. De raadsvrouw verzoekt een hogere schadevergoeding dan de forfaitaire, omdat haar cliënt een kwetsbare minderjarige persoon is, die hardhandig is aangehouden door de politie en voor wie de detentie extra zwaar is geweest. De rechtbank is echter van oordeel dat niet is aangetoond - door bijvoorbeeld een rapportage - dat de minderjarige als gevolg van zijn detentie een trauma of een psychische stoornis heeft opgelopen op grond waarvan een hogere schadevergoeding gerechtvaardigd is. Rechtbank Amsterdam 14 april 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:4021 (datum publicatie: 18 juli 2022)
GI moet binnen vijf werkdagen jeugdzorgwerker ter beschikking stellen
Een moeder en haar drie kinderen zijn, naar aanleiding van uitspraken van de vader, op advies van verschillende professionals in een veilige opvang geplaatst. De oudste zoon vertoonde daar echter dermate agressief gedrag, dat hij op een neutrale plek uit huis is geplaatst. De Raad voor de Kinderbescherming verzoekt een ondertoezichtstelling voor de kinderen en een machtiging uithuisplaatsing voor de zoon voor een maand. Binnen die periode zou een gepaste woonlocatie voor de moeder en alle kinderen beschikbaar moeten zijn. De GI heeft zich bereid verklaard de ondertoezichtstelling uit te voeren maar kan niet aangeven per wanneer, omdat er geen jeugdzorgmedewerker beschikbaar is. Uitstel van de uitvoering van de ondertoezichtstelling is naar het oordeel van de kinderrechter echter niet acceptabel. Ondanks de wachtlijstproblematiek van de GI wordt zij opgedragen binnen vijf werkdagen een jeugdzorgwerker, met de nodige kennis en ervaring in complexe echtscheidingszaken, beschikbaar te stellen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 juni 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4003 (datum publicatie: 21 juli 2022)