Update
Redactie: mr. T. de Vette.
In deze nieuwsbrief actualiteiten op het gebied van het jeugdrecht en samenvattingen van de volgende uitspraken: De Rechtbank Den Haag veroordeelt minderjarigen voor deelname aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van afdreiging door sextortion en gewoontewitwassen. De kinderrechter in de Rechtbank Noord-Holland stelt vast dat de GI al een jaar geen actie heeft ondernomen, maar dat gebleken is dat de ouders zelfstandig in staat zijn de weg naar de hulpverlening te vinden. De door de GI verzochte verlenging van de ondertoezichtstelling wordt dan ook afgewezen. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bekrachtigt de beslissing tot uithuisplaatsing van een zesjarige jongen omdat de zorgen over zijn situatie bij zijn verstandelijk beperkte ouders thuis te groot geworden zijn. De Rechtbank Den Haag merkt een nog ongeboren kind aan als geboren en stelt het onder toezicht.
Actualiteiten juli/augustus 2021
- Op 22 juli 2021 is de Beleidsregel van de Raad voor Rechtsbijstand tot aanvullende vergoedingen inzake echtscheidingsprocedures waarin geen tegenspraak is gevoerd en voor het opstellen van een ouderschapsplan in scheidingsprocedures (Beleidsregel Aanvullende vergoedingen in scheidingsprocedures, Stcrt. 2021, 36183) gepubliceerd. Deze beleidsregel is met terugwerkende kracht in werking getreden met ingang van 1 juli 2021. In de toelichting bij de beleidsregel wordt beschreven dat uit het onderzoeksrapport van de Commissie-Van der Meer is gebleken dat de vergoedingen voor de sociale advocatuur in het personen- en familierecht het meeste achterblijven. De Minister voor Rechtsbescherming heeft in totaal 28 miljoen euro beschikbaar gesteld in het personen- en familierecht, waarmee wordt beoogd een stimulans te geven aan inspanningen van rechtshulpverleners om escalatie van conflicten in het kader van een (echt)scheiding te voorkomen. Dit gebeurt enerzijds door de huidige korting af te schaffen voor rechtsbijstand in een echtscheidingsprocedure zonder tegenspraak en anderzijds door een extra vergoeding uit te betalen voor het opstellen van een ouderschapsplan bij een scheidingsprocedure. In de toelichting wordt beschreven dat procederen nu doorgaans meer oplevert voor de advocaat, terwijl dit niet altijd in het belang is van de rechtzoekende. Met het opheffen van de korting wordt beoogd de verkeerde prikkel weg te nemen en ruimte te bieden aan de advocatuur voor de-escalatie in het scheidingsproces. Met het toekennen van een aanvullende vergoeding voor het opstellen van een ouderschapsplan wordt daarnaast beoogd om, in aanloop naar het nieuwe stelsel van gefinancierde rechtsbijstand, advocaten en mediators beter in staat te stellen gedegen ouderschapsplannen op te stellen. De verwachting is dat deze maatregelen bijdragen aan dejuridisering van conflicten en aan het bereiken van duurzame oplossingen.
- Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Doucmentatiecentrum (WODC) heeft op 24 augustus 2021 het rapport ‘Criminele carrières van daders van high impact crimes’ gepubliceerd. Uit het onderzoek blijkt dat daders van high impact crimes (HIC) - waaronder overvallers, straatrovers en woninginbrekers worden geschaard - langere en meer omvangrijke criminele carrières hebben dan daders van andersoortige delicten. Bovendien hebben daders die hun criminele carrière starten met een HIC-delict een grote kans om uit te groeien tot de veelplegers van de toekomst. Het WODC heeft crimineel gedrag van deze delinquenten over een lange periode bestudeerd, van minderjarigheid tot volwassenheid. Wanneer HIC-daders worden vergeleken met daders van andersoortige delicten, blijkt een groot verschil tussen het aantal strafzaken waarbij zij gedurende hun carrière betrokken zijn en de leeftijd waarop deze plaatsvinden. Zo begint een aanzienlijk deel van de overvallers, straatrovers en woninginbrekers op vroege leeftijd met delinquent gedrag en zijn zij vervolgens betrokken bij een groot aantal strafzaken. Ook valt op dat zij tot op late leeftijd crimineel actief zijn. Daders van andersoortige delicten zijn voor het overgrote deel slechts betrokken bij een klein aantal strafzaken gedurende hun carrière. De kans dat personen voor lange tijd betrokken raken bij een groot aantal strafzaken neemt toe naarmate zij op jongere leeftijd met een criminele carrière beginnen. Deze risico’s nemen sterk toe wanneer daders minderjarig zijn ten tijde van hun eerste strafzaak. De resultaten van het onderzoek onderstrepen het belang van blijvende, intensieve aandacht voor HIC-daders. Door deze daders met gerichte interventies van het criminele pad af te krijgen kan naar het oordeel van de onderzoekers veel toekomstige criminaliteit voorkomen worden. Door vroegsignalering en het aanpakken van risicofactoren voor criminaliteit die zich al in de kindertijd kunnen opstapelen (zoals gezinsproblematiek, middelengebruik en agressief gedrag) kan een criminele carrière wellicht voorkomen worden, aldus de onderzoekers.
Uitspraken van de maand augustus 2021
(Uitspraken gepubliceerd van 28 juli 2021 tot en met 26 augustus 2021)
Minderjarigen veroordeeld voor deelname criminele organisatie
De Rechtbank Den Haag veroordeelt veertien jonge, bijna allemaal minderjarige verdachten voor deelname aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van afdreiging door sextortion en gewoontewitwassen. De rechtbank legt straffen op die variëren van jeugddetentie van 108 dagen tot vijftig uur werkstraf. Een van de verdachten die alleen zijn pinpas heeft afgegeven, krijgt geen straf omdat hij niet schuldig wordt bevonden aan deelname aan een criminele organisatie en omdat hij heel erg jong was. De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank vindt dit mede vanuit pedagogisch oogpunt kwalijk, gelet op de jonge leeftijd van de verdachten.
Rechtbank Den Haag 28 juli 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:8203 (datum publicatie: 28 juli 2021)
Nalatigheid GI heeft ouders ertoe gedwongen zelf aan de slag te gaan
De kinderrechter overweegt dat nadat de GI geen enkele actie heeft ondernomen om de bedreigingen in de ontwikkeling van drie onder toezicht gestelde kinderen weg te nemen, de ouders hun onderlinge strijd in het belang van de kinderen opzij hebben gezet en zelf hulp zijn gaan zoeken. De kinderrechter benadrukt dat de ouders een groot compliment verdienen dat zij dit zo goed hebben aangepakt, waardoor er nu wel hulpverlening is gekomen en het beter gaat met de kinderen. De kinderrechter constateert dat de ouders zelfstandig in staat zijn de weg naar de hulpverlening te vinden en vertrouwt erop dat zij die positieve lijn voort weten te zetten. Het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling wordt dan ook afgewezen.
Rechtbank Noord-Holland 20 juli 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:6394 (datum publicatie: 3 augustus 2021)
Uithuisplaatsing omdat na zes jaar de zorgen over kind van verstandelijk beperkte ouders te groot geworden zijn
Een kind met een verstandelijke beperking is zes jaar bij zijn ouders opgegroeid, die ook een verstandelijke beperking hebben. De zorgen worden nu echter te groot en de jongen wordt uithuisgeplaatst. Het hof benadrukt dat het beslist niet ligt aan de inzet en liefde van de ouders voor hun zoon, maar zij kunnen niet zelfstandig inschatten wat hij nodig heeft.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 juli 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:7105 (datum publicatie: 3 augustus 2021)
Nog ongeboren kind aangemerkt als geboren en onder toezicht gesteld
De Raad voor de Kinderbescherming verzoekt een nog ongeboren kind als geboren aan te merken en onder toezicht te stellen. De ouders zijn het hiermee eens en geven aan blij te zijn met de aangeboden hulp. Zij hebben allebei persoonsgebonden problematiek en kunnen de ondersteuning door een jeugdbeschermer goed gebruiken. De kinderrechter wijst de verzoeken toe en acht ondertoezichtstelling voor twaalf maanden noodzakelijk, omdat sprake is van een forse en chronische problematiek en een zeer kwetsbaar kindje dat voor zijn/haar veiligheid, gezondheid, verzorging en ontwikkeling volledig afhankelijk is van de moeder.
Rechtbank Den Haag 15 juli 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:7710 (datum publicatie: 10 augustus 2021)