Update
Redactie: mr. T. de Vette.
In deze nieuwsbrief actualiteiten op het gebied van het jeugdrecht en de volgende uitspraken: De Rechtbank Gelderland veroordeelt meerdere jongeren tot (voorwaardelijke) taakstraffen en jeugddetentie voor zogenoemd 'pedojagen', dat een van de slachtoffers met de dood moest bekopen. De rechtbank neemt het de jongeren buitengewoon kwalijk dat zij voor eigen rechter hebben gespeeld. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant spreekt zich in verschillende zaken uit over de zorgwekkende situatie in Zeeland voor minderjarigen die gedwongen hulp nodig hebben. Eind december 2020 zetten de samenwerkende gemeenten de financiering stop van Stichting Intervence en daar is nu bijgekomen dat het certificaat van Briedis Jeugdbeschermers recent is beëindigd, waardoor Briedis haar zaken binnen zes maanden af moet stoten. De Rechtbank Amsterdam oordeelt in een zaak rond drillrapgerelateerd geweld dat het uitzitten van een (forse) detentiestraf in een jeugdgevangenis met veel antisociale jongeren en daarmee het wegvallen van alle hulpverleningstrajecten, het recidiverisico van de verdachte naar alle waarschijnlijkheid negatief zal beïnvloeden en veroordeelt hem tot tweehonderd uur werkstraf en een jaar voorwaardelijke jeugddetentie met meerdere bijzondere voorwaarden gekoppeld aan de prieftijd van twee jaar. De Hoge Raad beantwoordt in een prejudiciële procedure onder meer de vraag of en, zo ja, welke toestemming is vereist als pleegouders met een onder toezicht gestelde en uit huis geplaatste minderjarige een uitstapje willen maken of op vakantie willen gaan.
Actualiteiten april/mei 2021
* Op 23 april 2021 heeft demissionair staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het rapport 'Maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet' van de Stuurgroep maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet (Commissie Sint) aan de Tweede Kamer verzonden. In de begeleidende aanbiedingsbrief stelt de staatssecretaris dat het rapport van onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix (AEF) (reeds aan de Kamer verstrekt op 18 december 2020, inzake het structureel benodigde budget voor jeugdzorg) en het rapport van de stuurgroep laten zien dat het nodig is de beheersbaarheid van het jeugdstelsel ingrijpend te verbeteren, zowel door effectievere en meer doelmatige sturing door (samenwerkende) gemeenten als door aanpassingen in het stelsel. De staatssecretaris schrijft dat het aan het nieuwe kabinet is om te besluiten over de fundamentele aanpassingen die nodig zijn, deze door te voeren en te bezien welke middelen gemeenten hiervoor structureel nodig hebben. De staatssecretaris heeft tevens de casestudy, verricht door het Verwey-Jonker Instituut in samenwerking met de vakgroep Bestuurskunde van de Radboud Universiteit, 'Eigenwijs Transformeren' toegezonden. In deze casestudy is verdiepend onderzoek verricht in vijf gemeenten die aangeven succesvol te zijn in de transformatie van hun jeugdbeleid.
* Uit voorlopige cijfers van het CBS blijkt dat in 2020 bijna een op de tien jongeren tot 23 jaar jeugdzorg ontving. Hiermee daalde dit aantal voor het eerst sinds de decentralisatie in 2015, waarbij de jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van de gemeenten is gebracht. Minder jongeren startten in 2020 een jeugdzorgtraject en afgesloten trajecten duurden gemiddeld langer.
* Op 30 april 2021 heeft het Kinderrechtencollectief (Defence for Children, de Nationale Jeugdraad, Kinderpostzegels, UNICEF Nederland, en Save the Children en Terre des Hommes) aan demissionair staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de ngo-rapportage 'Kinderrechten in Nederland' aangeboden. Sinds de ratificatie van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind door Nederland in 1995 rapporteert het Kinderrechtencollectief met inbreng van ngo’s over de situatie van kinderrechten in Nederland. Het rapport beslaat de periode 2015 - 2020. De jaren 2020 en 2021 worden overschaduwd door het coronavirus, dat een ongekende invloed heeft op iedereen en grote gevolgen heeft voor kinderen. Na ontvangst van de reacties op het staatsrapport, gaat het VN-Kinderrechtencomité in gesprek met de Nederlandse staat, het maatschappelijk middenveld en kinderen, en formuleert per onderwerp aanbevelingen om de kinderrechtensituatie in Nederland te verbeteren. De zogenoemde Concluding Observations and Recommendations verschijnen naar verwachting in oktober 2021.
* Demissionair minister Dekker voor Rechtsbescherming heeft de Tweede Kamer op 10 mei 2021 een Kamerbrief met het rapport van de verkenning ‘Jeugdcriminaliteit en opvoeding' gestuurd. In deze verkenning is geïnventariseerd welke mogelijkheden het Nederlandse recht biedt ‘dwarse’ ouders te verplichten tot medewerking aan het voorkomen van (herhaling van) strafbaar gedrag van het kind. Daartoe zijn het privaatrecht, bestuursrecht en strafrecht bestudeerd. Aanleiding voor de verkenning waren steekincidenten onder jongeren. De minister concludeert dat twee sporen aanscherping behoeven: enerzijds hulp en (opvoedings)ondersteuning in een vrijwillig kader en anderzijds drang en dwang.
* In het praktijkonderzoek ‘Help, een klacht’ concluderen van de Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) dat binnen de huidige klachtenprocedures van de jeugdhulp er nog altijd te weinig aandacht is voor kinderen en jongeren. Het onderzoek is uitgevoerd bij gecertificeerde instellingen, Veilig-Thuisorganisaties en de Raad voor de Kinderbescherming. De onderzoekers hebben tien gouden regels opgesteld voor een goede klachtbehandeling.
Uitspraken van de maand mei 2021
(Uitspraken gepubliceerd van 29 april tot en met 25 mei 2021)
Rechtbank neemt jeugdige ‘pedojagers’ buitengewoon kwalijk dat zij voor eigen rechter hebben gespeeld
Zeven jongeren die betrokken zijn bij zogenoemd ‘pedojagen’ zijn door de Rechtbank Gelderland veroordeeld tot (voorwaardelijke) taakstraffen en jeugddetentie. Bij één van de incidenten raakte een 73-jarige man in Arnhem zodanig gewond, dat hij uiteindelijk aan zijn verwondingen bezweek. De verdachten lokten de man op 28 oktober 2020 naar een afspraak. Zij schopten en sloegen hem. Eén van de jongens filmde de confrontatie. De verdachten die betrokken waren bij het geweld tegen dit slachtoffer zijn veroordeeld voor zware mishandeling met de dood tot gevolg. Eén van de verdachten was destijds achttien jaar, maar is veroordeeld op grond van het jeugdstrafrecht. De rechtbank neemt het de verdachten buitengewoon kwalijk dat zij voor eigen rechter hebben gespeeld.
Rechtbank Gelderland 4 mei 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:2222, ECLI:NL:RBGEL:2021:2243, ECLI:NL:RBGEL:2021:2246, ECLI:NL:RBGEL:2021:2248, ECLI:NL:RBGEL:2021:2249, ECLI:NL:RBGEL:2021:2251 en ECLI:NL:RBGEL:2021:2252 (datum publicatie: 4 mei 2021).
Situatie Zeeland in flagrante strijd met belangen minderjarigen die gedwongen hulp nodig hebben
Meerdere uitspraken van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant rond de situatie inzake Stichting Intervence. De rechtbank noemt de situatie in Zeeland in onder andere ECLI:NL:RBZWB:2021:2245 zeer zorgelijk. Als gevolg van het opzeggen van het contract door de samenwerkende gemeenten met Stichting Intervence in december 2020, bestaat er bij Intervence en de andere in deze regio opererende gecertificeerde instellingen (GI’s) een grote personele druk. Daar is nu ook nog bij gekomen dat het certificaat van Briedis Jeugdbeschermers recent is beëindigd, waardoor Briedis haar zaken binnen zes maanden af moet stoten. Onder deze omstandigheden zijn de overige in Zeeland opererende GI’s nu niet altijd in staat nieuwe casussen op te pakken. De kinderrechter stelt vast dat deze situatie in flagrante strijd is met de belangen van de minderjarigen in de regio Zeeland die gedwongen hulp nodig hebben. De kinderrechter dringt er daarom op aan dat de overheid deze urgente situatie op de kortst denkbare termijn tot een eind brengt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 april 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:2224 (datum publicatie: 3 mei 2021), Rechtbank Zeeland-West-Brabant 30 april 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:2245 (datum publicatie: 4 mei 2021), Rechtbank Zeeland-West-Brabant 30 april 2021 ECLI:NL:RBZWB:2021:2324 (datum publicatie: 10 mei 2021), Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 mei 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:2376 (datum publicatie: 12 mei 2021)
Uitzitten forse jeugddetentie zal recidiverisico verdachte volgens rechtbank waarschijnlijk negatief beïnvloeden
Een minderjarige verdachte, geboren in 2003, staat terecht op verdenking van medeplegen van poging tot moord op 27 mei 2020 in Amsterdam. Het betreft drillrap-gerelateerd geweld. De officier van justitie eist veertien maanden jeugddetentie, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met oplegging van verschillende bijzondere voorwaarden. De rechtbank overweegt echter dat wanneer een forse onvoorwaardelijke jeugddetentie op zou worden gelegd, de huidige succesvolle vorm van intensieve begeleiding vervalt. De rechtbank is van oordeel dat het uitzitten van een (forse) detentiestraf (in een jeugdgevangenis met veel antisociale jongeren) en daarmee het wegvallen van alle hulpverleningstrajecten, het recidiverisico van de verdachte naar alle waarschijnlijkheid negatief zal beïnvloeden. De verdachte wordt veroordeeld tot een jaar voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van twee jaar, waaraan verschillende bijzondere voorwaarden verbonden zijn zoals de verplichting naar school te gaan en mee te werken met hulpverlening. Daarnaast wordt tweehonderd uur werkstraf opgelegd.
Rechtbank Amsterdam 22 april 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:1982 (datum publicatie: 6 mei 2021)
Beantwoording prejudiciële vragen door Hoge Raad inzake toestemming vakantie met pleegkind
In deze prejudiciële procedure (artikel 392 Rv) beantwoordt de Hoge Raad onder meer de vraag of en, zo ja, welke toestemming is vereist als pleegouders met een onder toezicht gestelde en uit huis geplaatste minderjarige een uitstapje willen maken of op vakantie willen gaan. Bij een uithuisplaatsing in een pleeggezin hebben de pleegouders zeggenschap over de dagelijkse gang van zaken, zoals in beginsel ook het nemen van beslissingen over uitstapjes en vakanties met de minderjarige. Hiervoor hoeven de pleegouders dus geen toestemming van de met het gezag belaste ouders te hebben. De GI moet echter kunnen ingrijpen wanneer de uitvoering van een omgangsregeling wordt geraakt door zulke uitstapjes of vakanties. Pleegouders moeten hiervan daarom in een dergelijk geval melding maken, zodat de GI toestemming kan verlenen of weigeren. Voorgenomen uitstapjes en vakanties die de omgangsregeling niet raken, hoeven de pleegouders niet aan de GI te melden.
Hoge Raad 21 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:748 (datum publicatie: 21 mei 2021)